Vaardigheid 4.
Wanneer er geen fietspad is, moeten fietsers rechts op de rijbaan fietsen. Uiterst rechts blijven kan niet altijd. Geparkeerde auto’s verplichten de fietser vaak om uit te wijken naar links, meer naar het midden van de rijbaan. Achteropkomende en tegemoetkomende voertuigen vormen dan een reëel gevaar. Om die reden is het belangrijk dat een ‘hindernis op de rijbaan’ met de nodige voorzichtigheid voorbij gereden wordt. De fietser moet: - vertragen en omkijken over de linker schouder; - stoppen wanneer een achterop- of tegemoetkomend voertuig een gevaar oplevert; - de linkerarm uitsteken; - uitwijken naar links en ±1m afstand te houden (gevaar voor openslaande portieren); - zijn plaats rechts op de rijbaan weer innemen. |